Nog even en de markten in Rusland zijn niet meer het domein van buitenlanders. Illegale Azeri, Georgiërs, Kirgiezen, Chinezen en Vietnamezen - ze zijn niet (meer) welkom. Wie meloenen, jassen of tandenborstels wil verkopen, moet een Russisch paspoort hebben.
Dat alles is het gevolg van een nieuwe immigratiewet, die legalisatie makkelijker moet maken maar tegelijkertijd het aantal immigranten moet terugdringen. Rusland kent volgens statistieken zo'n 12 miljoen immigranten waarvan het merendeel illegaal werkt.
Maar wat ging eraan vooraf? Wat was, vermoedelijk, de aanleiding? In augustus lieten drie racistische studenten scheikunde een bom ontploffen op de Tsjerkizovski-markt in Moskou (op foto: hoofddader Oleg Kostyrjov). Het was een knap knutselwerkje, dat aan zeker twaalf "zwartnekken" het leven kostte. Een maand later, in september, braken rassenrellen uit in een stadje in Karelië (Kondopoga; zie foto onder). Weg met alle Kaukasiërs, riepen inwoners tamelijk massaal na een uit de hand gelopen ruzie in een restaurant.
Weer een maand later zei president Poetin dat markten vaak in handen zijn van etnische semi-gangs en dat "de oorspronkelijke bevolking" van Rusland moet worden beschermd. En zijn wil is wet. Letterlijk, want in januari ging de nieuwe immigratiewet in werking.
Dus heeft het er alle schijn van dat Rusland racistisch geweld bestrijdt door immigranten op te pakken, hun het werken onmogelijk te maken en hen te deporteren. Een cynische vorm van preventie, lijkt me.
(Zie ook bij Coen.)
woensdag 24 januari 2007
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten