zaterdag 28 januari 2006

Verbod op mensenrechtenorganisaties

De Russische overheid dreigt een koepel voor twaalf mensenrechtenorganisaties te verbieden. Het is de eerste keer dat serieuze stappen worden genomen in de strijd tegen 'gevaarlijke' of 'illegale' NGO's. De zaak volgt enkele dagen, nadat Britse spionnen ervan waren beschuldigd in het geheim zulke organisaties te financieren.

Klik HIER om erover te lezen in de GPD-kranten.

2 opmerkingen:

Anoniem zei

Beste Remco,

In de 'artikelen' lees ik niet echt
jouw (journalistieke) mening.
Over de spionagezaak bijvoorbeeld:
wat is waar en wat is niet waar.
Welke media in Rusland zijn nog objectief?

Remco Reiding zei

Hallo Klaas,

Al sinds de eerste berichten over de spionagezaak vind ik het volgende:

- waar rook is, is vuur. Ik kon me gelijk al niet voorstellen dat de FSB zo'n affaire volledig uit de duim zuigt. M.a.w.: die diplomaten hebben écht als "spionnen" gewerkt.

- het verband tussen de diplomaten die spionnen blijken te zijn, een hightech steen en non-gouvernementele organisaties zie ik niet. Dat een van de diplomaten zijn handtekening heeft gezet onder wat subsidieaanvragen voor NGO's bewijst natuurlijk helemaal niets. Een collega noemde dat terecht - in een verwijzing naar de sovjetrechtspraak - "schuld door associatie".

- hoe dan ook zijn de diplomaten heel onhandig te werk gegaan. Door hun domheid hebben ze de Russen precies gegeven wat ze nodig hadden: Het Bewijs. Dat is dan zogenaamd het bewijs dat het buitenland mensenrechtenorganisaties subsidieert om politieke doelen te verwezenlijken, dus bijvoorbeeld een omwenteling in Oekraïne mogelijk te maken.

Lees hierover - ik verwees er al eerder naar - het verhaal van de collega van The Guardian. Hij stelt alle juiste vragen (zonder het antwoord te geven, want dat moet van de Britse regering komen).

Ook mijn 'waar rook is, is vuur' komt erin terug in de vorm van een olifant. Hij voelt hem, ziet hem en ruikt hem, maar wat zeggen diplomaten? ,,An elephant? There is no elephant.''

Hopelijk is dit enigszins verhelderend.

Remco