Verse sneeuw glittert als een discobal onder de lantaarnpalen, elke stap brengt een romantisch knisperend geluid met zich mee en sneeuwvlokjes strelen je gezicht. De koude neerslag geeft me een warm gevoel. Dit is Moskou op zijn best. Sneeuwschuivers hebben hun verwoestende werk nog niet gedaan, auto's hebben hun uitlaatgassen nog niet uitgestrooid op het witte laken en de zon heeft de sneeuw nog niet omgetoverd in een onbegaanbaar blubberbad. Er gaat niets boven een vers pak sneeuw!
Nou ja, help me over drie maanden nog maar eens herinneren aan dit bericht. Dan zitten alle Nederlanders op een terrasje te genieten van het vroege voorjaarszonnetje, met een biertje in de hand en de andere hand boven de wenkbrauwen, want wat brandt die koperen ploert al flink! En dan zitten wij hier nog in de kou en blubber. En dan juich ik een nieuw pak sneeuw echt niet toe.
Maar laten we dit moment van romantiek niet verpesten door nu al pessimistische bespiegelingen los te laten. Geniet van de foto (Moskou, woensdagavond 22.00 uur).
donderdag 22 december 2005
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
4 opmerkingen:
Over drie maanden bellen we je wel vanaf een terras, ergens in een mooi schoon stadcentrum in Nederland. Een plek waar je vrij kunt ademen en een heerlijk koud biertje kunt drinken met een mooie schuimkraag... Dat doen we graag.
Welk schoon stadscentrum? In het meest vervuilde deel van West Europa? Over vier maanden zit ik hier, als het mee zit ook heerlijk op een terrasje en natuurlijk ook hier is er niet echt sprake van democratie, maar onvrij kan ik het hier ook niet noemen, maar dan schaar ik me graag onder misschien wel het merendeel van de Russen, die het alles, zo lijkt het, gelaten over zich heen laten komen. Zo ook de sneeuw...
Misschien is die sneeuw daarom wel zo mooi. Alle vuil wordt er door bedekt!
Alles is beter dan sneeuw èn oorlog..
________________________________
Kom, kameraad, sta op, ik zal je helpen,
Er komt een ijzeren vrieskou,
Zo liggen in de sneeuw, op je zij,
Dat doet je beslist geen goed.
Hou je vast om mijn nek, ja, zo,
We maken ons uit de voeten.
Zijn je handen bevroren? Stil, rare jongen,
Kijk of mijn handschoenen je passen.
Hoe is ‘t, kameraad? Weer je schouder?
Daarginds is een bosje, even wachten.
Nu moeten we nog zover lopen,
Halfzover, nog maar een kwart.
Wat? Ik jou achterlaten in het bos?
Beste jongen, ben je bezopen?
Wil je niet lopen – dan zal ik je dragen,
Lukt dat niet, dan sleep ik je in mijn mantel.
*
Alexander Tvardovski
1940
__________
Een reactie posten