De herdenking van de stadionramp tijdens Spartak Moskou - Haarlem was natuurlijk bijzonder en emotioneel, maar ik ontkom er niet aan wat kanttekeningen te plaatsen, te meer omdat deze ontbreken in de verhalen die ik in de pers heb gelezen.
Toen ik om 10.25 uur op zaterdagmorgen voor het Loezjniki-stadion stond, waren alle ingangen gebarricadeerd met hekken. Achter die hekken stonden jonge soldaten en daar weer achter drentelden wat stevige mannen in uniform rond. Ik trof er zeker tien nabestaanden van slachtoffers van de stadionramp, die aan zeker 66 mensen het leven kostte op 20 oktober 1982.
De herdenking begon om 10.30 uur bij het monument, dat - je raadt het al - achter de hekken staat. De delegatie uit Haarlem werd per bus keurig afgeleverd bij het monument en na wat aandringen mocht ook de ambassadeur met zijn auto met de Nederlandse vlag erop doorrijden. Maar wij - de nabestaanden en ikzelf - werden tegengehouden.
Ik wapperde met mijn perskaart, maar dat maakte geen indruk. Nabestaanden legden uit dat ze slechts hun zoon wilden herdenken, maar hun smeekbedes werden genegeerd. Het terrein rond het stadion moest worden gecontroleerd, want na de benefietwedstrijd zou ook nog een belangrijke competitiewedstrijd plaatshebben, legde iemand in uniform uit. ,,Hadden jullie dat niet een uur eerder kunnen doen?'' riepen we in koor, maar het leidde nergens toe.
Twintig minuten later werden we alsnog doorgelaten, maar pas na te zijn gefouilleerd. Dat was de bekende druppel voor sommige nabestaanden... ,,Blijf met je poten van mijn spullen af, dit is eten en drinken om mijn zoon te herdenken.'' Toen we bij het monument aankwamen, had de officiële delegatie de kransen al gelegd.
Eerlijk gezegd kookte ik van woede. Mensen die 25 jaar geleden hun kind hebben verloren bij een ongeluk (want niemand beweert dat van opzet sprake was), worden nog steeds gehinderd door de autoriteiten die destijds verantwoordelijk waren voor de ramp. Want iedereen is het er over eens dat de politie destijds heeft gefaald.
Op de receptie van de Nederlandse ambassade had een Spartak-spreker nog maar eens gezegd dat alle doden tijdens alle stadionrampen herdacht zouden worden. Dus na 25 jaar hebben de slachtoffers volgens de club zelfs geen recht op een eigen herdenking.
Het stoorde me ook een beetje dat de Nederlanders kennelijk niet op de hoogte waren van de herdenking die de nabestaanden ná de benefietwedstrijd zélf organiseerden. Zoals elk jaar stalden ze etenswaar en wodka uit rond het monument.
Misschien ligt het aan mij en ben ik overgevoelig, maar deze gebeurtenissen vond ik een smet op het prachtige initiatief van de gebroeders Struis, waarvoor natuurlijk alle hulde.
maandag 22 oktober 2007
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten