Met de familie Daoerov in Beslan (links moeder Irina, midden met blauw shirt vader Vladimir en links op de kast de foto van David). (Foto Annette Vlug)
Het is weer 1 september. Twee jaar geleden is het alweer dat een groep van voornamelijk Tsjetsjeense en Ingoesjetische rebellen de feestelijke opening van het schooljaar verstoorden. Ze kwamen met hun wapens vanaf het spoor, omsingelden de kinderen, hun ouders en leraren en dreven hen als vee bijeen in een sportzaal. Die tragische dag en het drama van twee dagen later worden (vanaf) vandaag herdacht in Beslan.
Ik denk terug aan de dag dat ik een kort, vierregelig berichtje zag verschijnen over rebellen die een school zouden hebben belaagd. Ik herinner me hoe bij aankomst in Beslan een auto stond uit te branden en een man over het spoor naar de school toe liep: hij verdween uit het zicht, er werd geschoten en hij keerde niet meer terug.
Ik denk aan bloedende kinderen die voorbij kwamen rennen, moeders die panisch huilden, Russische troepen die op chaotische wijze een brandende school bestormden.
Mijn gedachten zijn bij Irina en Vladimir, die hun zoon David kwijt raakten en pas dagen later in het mortuarium terugvonden. En bij Zita, die het drama overleefde maar voor het leven is getekend. Tekenen, daar hield ze van.
Beslan, een stoffig stadje waar de koeien vreedzaam op straat liepen. Beslan, waar de wonden nooit zullen helen.
1 opmerking:
Remco.
Je blijft een kanjer.
We denken op dit punt zeker aan de zelfde zaken.
Het is verschrikkelijk, maar het ergste vind ik mog dat er zo weinig aandacht wordt besteed in de media.
Zelfs de officiele website heeft er weinig zin in om aandacht te besteden aan dit feit!
Reageerders, denk aan Beslan!
Groet Natasha en Frans.
Een reactie posten