De Bike Ride komt steeds dichterbij. Uw bijdrage ten behoeve van kinderen met het syndroom van Down is nog steeds welkom op (Rabo-)rekeningnummer 37.29.39.678 tnv R. Reiding te Moskou. Bij deze een (ingekort) verslag van vorig jaar:
De weg maakt een lichte buiging naar rechts. Kettingen verplaatsen zich over tandwieltjes. In de verte wordt de weg steeds smaller, totdat hij in de horizon verdwijnt. Nummer 41 hoort het angstaanjagende geklik van de kettingen en herkent het vooruitzicht. Hij schakelt en zucht diep. De weg loopt weer omhoog.
Broekhuizen, Popov, Tuinstra, ze rijden allemaal langs. Nummer 41 schakelt maar weer een tandje kleiner. Hij rijdt zijn eigen tempo. Korte beklimmingen zijn niet fataal. In de afdaling of tijdens stukken vals plat haalt hij de meeste iele lijfjes of krachtige kuiten van de klimmers weer bij. Maar hoe langer een beklimming duurt, hoe moeilijker hij het krijgt. De ademhaling wordt zwaarder, de benen gaan langzamer rond, het stuur zwabbert steeds meer van links naar rechts.
Klik, klik. Nummer 41 schakelt terug. Middelste blad, kleinste versnelling. Hij ziet een lijf met schaafwonden voorbijkomen. Behang eraf, over die wielerterm is de vorige dag nog gelachen, maar nummer 41 tovert zelfs geen glimlach op zijn gezicht. Deze beklimming is bittere ernst en dat zijn valpartijen met schaafwonden ook.
De zwaailichten van de politiewagen die de kopgroep begeleidt, verdwijnen uit het zicht. Van alles komt nummer 41 nu voorbijzetten. Dunne konten, dikke konten, jonge benen, oude benen, pijnlijke knieën, schaafwonden. Het wachten is op de bejaarden en de eenbenigen, denkt nummer 41 sarcastisch, terwijl hij zijn lijdensweg verlengt door nog een tandje lichter te schakelen.
Weer moet nummer 41 een achterwiel laten gaan. Hij denkt aan afstappen, kijkt achterom en ziet nog maar een handjevol renners. Potverdorie, denkt hij, ik ben toch geen achterblijver, geen verliezer. Ik hoor hier niet.
Nummer 41 heeft geen oog meer voor de achterwerken die voor hem deinen op de steile weg. Hij heeft de blik op oneindig staan. Dan ineens hoort hij het geronk van een motor. Hij kijkt verschrikt opzij en ziet de wagen van de dokter. Nummer 41 kijkt achterom. De bezemwagen... Hij veegt ongenadig de zwakste zielen van de weg en nummer 41 is het eerstvolgende slachtoffer dat van de deelnemerslijst kan worden geschrapt.
Nummer 41 denkt al aan opgeven als plotseling de pijn uit zijn benen verdwijnt, de fiets vaart maakt en warempel een paar billen in zicht komen. Op zijn pijnlijke rug voelt hij de handen van de beste knecht van het peloton. Hij is de vriend van de zwakken en als lid van de Downsideup-ploeg niet te beroerd ook renners van andere ploegen te duwen.
Nummer 41 put er moed uit en warempel, de top van de berg komt in zicht. Nog honderd meter, nog vijftig, twintig, tien. Ja, ja, ja, we zijn er. De finish van de etappe.
Nummer 41 probeert zijn benen over de stang heen te krijgen en ploft neer. Zijn benen zijn verlamd, zijn kont lijkt het meesterwerk van een slager, zijn handen trillen en zijn adem stokt. Maar nummer 41 heeft zijn doel bereikt.
woensdag 2 augustus 2006
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten