Gori was een vreedzaam, rustig stadje, toen ik het twee jaar geleden bezocht. Nu zou de stad zijn getroffen door Russische bombardementen en plunderingen van kozakken, troepen uit Tsjetsjenië en wraaklustige Ossetiërs.
Wat zou Stalin daarvan denken, vroeg een collega zich hardop af. Hij staat nog steeds op zijn sokkel, onverstoord kijkend in de richting van Zuid-Ossetië. Als Sovjetleider bekeerde hij zich tot een soort slavisch chauvinisme, de wereld leerde hem kennen als een bloeddorstige Georgiër, maar was hij zelf niet een etnische Ossetiër?
Stalin kwam als Iosif Vissarionovitsj Dzjoegasjvili ter wereld in Gori. Een museum houdt de nagedachtenis aan zijn prestaties levend. Er staan onder meer klompjes uit Nederland. Twee oude kameraden, staat er boven de afbeeldingen van Lenin en Stalin, uitgehakt in de 'houten schoenen uit Holland'. Een ander paar is in 1949 gegeven ter gelegenheid van zijn zeventigste (71e?) verjaardag.
De meeste aandacht ging tijdens mijn bezoek toch weer uit naar het toilet. Gek en plat misschien, maar je staat er gewoon niet bij stil dat een man die miljoenen in strafkampen liet sterven en nog eens miljoenen als kanonnenvuur de oorlog in stuurde ook een boodschap moest doen, dat zo'n massamoordenaar ook een mens van vlees en bloed was.
(Het was ook vreemd premier Balkenende tegen te komen bij de urinoirs in hotel National, maar toch anders...)
zondag 17 augustus 2008
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
1 opmerking:
i'm also into those things. care to give some advice?
Een reactie posten