
Aanvankelijk zag het er somber uit. Iedereen die we spraken had een halfuurtje eerder wel zo'n gelerik beschaamd over straat zien lopen, maar waar we ook keken, we zagen alleen de grijze gezichten van niet getroffen Russen.
In het ziekenhuis werd ons zoals eerder geschreven vriendelijk doch dringend verzocht heel snel op te sodemieteren. Het magazijn was leeg. Daar lagen veel slachtoffers omdat het ziekenhuis vol was, maar drie dagen eerder was iedereen overgeplaatst dan wel ontslagen.
We trokken de stad uit op zoek naar geelkoppen en eindigden in Osoega. Een hartelijke ontvangst kregen we aanvankelijk niet. De dorpsraad had z'n deuren gesloten. Op het dak hing een gerafelde Russische vlag. Dronken spoorwegwerkers verjoegen ons. Waren we helemaal van de pot gerukt dat we hier met onze dure auto een beetje hun gelerikken kwamen uitlachen.

Uiteindelijk troffen we toch Boris en Svetlana, beiden geel en al. En verkoopster Ljoedmila, maar daarover later meer.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten